V'r 's Liza (gratiae L.V.B.)

Liza is een mokke en ze mag er zijn Maar ’t is een hoer gelijk een paard
Z’ heeft nen dief lijk een gestroopt konijn en een kut lijk nen open haard
Zo’n wijf dat krijgt ge nooit bevredigd
En voelt U nu toch nie zo rap beledigd
Al staat ge met nen toren lijk in Pisa
Da’s allemaal klein bier v’r ’s Liza

Kakmadammen in ne strontboetiek op de Meir of de Grand Bazar
Maar Liza werkt in een vleesfabriek en in het weekend in een abatoir
Ze leeft zjust v’r beenhouwerij
Letterlijk figuurlijk zwijnerij
Ze sleurt aan duizend worsten en sausiezen
Da’s allemaal klein bier v’r ’s Liza

Hedde gij een spel gelijk ne kinderarm of een buis lijk van de stoof
Of zedde gij voorzien van ne superdarm gelijk die gasten van Katastroof
En zelfs al zedde nog wat beter
Beschikt ge over 40 centimeter
Bedenkt dan dat g’alleen kunt verliezen
Da’s allemaal klein bier v’r ’s Liza