Dauwe jongens dauwe

De Antwerpse bard Djon Lundström was in 2010 twintig jaar overleden. Op een herdenkingscd werd aan Katastroof gevraagd een van zijn nummers te coveren. Het laatste couplet is uiteraard van ons.

1
we trekken en sleuren ons hier kapot     (dauwe jongens dauwe)
en da voor zo weinig geld begot        (dauwe jongens dauwe)
2
de blackpan is slecht en de pree is klein    (spauwe jongens spauwe)
da komt oemda wij mor sloebbers zijn    (dauwe jongens dauwe)
3
en we zen al zo lank van huis weggewest    (dauwe jongens dauwe)
ons vrouwen die missen wij lak de pest    (stauwe jongens spauwe)
4
ik heb toch zo schoon gedroomd vannacht    (vrouwe jongens vrouwe)
een zeemeermin in mijn beddeke lag        (dauwe jongens dauwe)
5
en nu is Neptunus oep mij zo kwaad        (flauwe jongens flauwe)
hij laat het stormen, ons schip vergaat    (rouwe jongens rouwe)
6
mor as we vergaan da komekik misschien     (dauwe jongens dauwe)
terug bij die knappe zeemeermin        (stouwe jongens stauwe)
7
en oep den bodem van den oceaan        (dauwe jongens dauwe)
d’r kunde na twee geliefden zien staan    (houwe jongens houwe)

tussenspel

8
we hijsen de zeilen en roepen dan luid    (trekken jongens trekken)
daarna doen w’ hetzelfste in onze kajuit    (trekken jongens trekken)