mijn buren worden horendul verklaren mij v’r zot
ze noemen mijn gezang gebrul en m’n huis een apekot
ze doen ’s nachts nooit geen oog meer toe en worden agressief
omdat ik toch mijn goesting doe roep ik elke nacht opnief
de naam is zjamadeus en ik hou van loecht klassiek
de massa die zegt nee dus speel kik elke nacht muziek
ik hou van zangereskes maar dan in een operette
ik krijg het op mijn sijskes van jo vally z’n geblet
ik krijg het schijt van house van r & b en rock & roll
en van hollandse slows heb ik mijnen buik van vol
de voordeur die is ingeramd en de vuilbak uitgekapt
de ruiten zen d’r uitgestampt en m’n meubels zijn vertrapt
ik krijg zowaar den indruk de buurt heeft wat kritiek
maar ‘kzen ne vent uit één stuk dus ik oefen fanatiek
IK SCHRIJF WAT SYMPHONIEN SONATES OF NEN OPERA
IK ZEN EEN GROOT GENIE EN ABSOLUUT GEEN REPLICA
VAN WOLFGANG AMADEUS MOZART V’r ’t nageslacht
maar ne licht gestoorde musicus die plezier maakt elke nacht
