IK WONEKIK AL JAREN IN EEN STRAATJE OP HET KIEL
IK ZEN NOGAL NE RARE ZE NOEME MIJ SCHLEMIEL
MIJN WIJF IS ALTIJD ZWANGER AL V’R DEN TWAALFDE KEER
WEL ELF MAAND OF LANGER JUST WEET IK HET NIE MEER
WIJ HEBBEN HEEL WAT VRIENDEN SUPPORTERS MAEVE EN WIT
MAAR ‘K KAN ZE NOOIT NIE VINDEN OP ZOEK NAAR BABY SIT
PERTANG AK METTE NACHT STAAN DAN ZEN ZE WEL PRESENT
PERSIES OF DAT Z’OP JACHT GAAN MAAR DAT ZEN’K AL GEWEND
IK ZEN NIE AL TE SNUGGER DIE VAN ONS AL EVENMIN
AL IS ZIJ WEL WAT VLUGGER T’IS TENSLOTTE EEN BOERIN
ZE NOEMEN HEUR SOMS HOER MAAR V’R MIJ IS ZE NOG MAAGD
WANT IK ZEN GENEN BOER DUS IK HEM HET NOOIT GEVRAAGD
‘K BETROUW KIK MIJNE SJOE EN IK WEET NIET HOE DAT DAT KOMT
WAS HET MAAR AF EN TOE DAN WAZZEKIK NIE ZO BESCHAAMD
WANT AZZEK NAAR DE FOETBAL GAAN DAAR DOEN ZE’T ALLEMAAL
ZELFS IN HET BEERSCHOTSTADION DAAR ROEPEN ZE MASSAAL
IK HOOR HET OP HET WERK EN OOK IN DE CINEMA
ZE ROEPEN ’T IN DE KERK OVERAL IS HET VAN DAT
ZE ROEPEN HET IN KOOR OP DE BUS EN OP DEN TRAM
MAAR ’T IS ZO’N BRAVE SLOOR MIJN BIZJOEKE MIJN MADAM
MIJN VROUWKE DAREFT ZWEREN DAT ER NOOIT NIKS IS GEBEURD
MIJN KINDEREN ZIEN MIJ GERE SPIJTS DAT Z’ANDERS ZEN GEKLEURD
MAAR GAAN WIJ EENS NAAR’T SPORTPALEIS EN WORD ZE DAAR HERKEND
DAN HEBBEN WIJ ONMIDDELLIJK PRIJS EN ROEPT DE HELE TENT
