’T is nogal iet gescheten
Gij houdt persies van pijn
Alleen ak staan te bleiten
Kunde gelukkig zijn
Gij waart een knuffelbeestje
Mijn lief mijn poeppemie
Maar nu zedden sadistje
Gij lacht alleen a’k schrie
Gij waart ooit een bizjoeke
Een met een hart van goud
Maar nu zedden filoeke
Gij slaagt mij bont en blauwt
Waar is die schat gebleven
Dien engel die’k aanbad
Nu staan’k van schrik te beven
Met een broek vol sjoekolat
Ik was al jarenlank verliefd op juffra mieke
Van heel de kleuterklas was kik de geilsten bok
Maar sedert gisteren kan’k haar helemaal nie meer rieken
Z’heeft mij betrapt toen dakkik aan mij pietje trok
Ik moest met mijne blote flietervoor de klas gaan staan
Voor mij heeft elke vrouw nu afgedaan
Was kik maar liever thuis gebleven bij ons moeke
Dan had den deze nie gesnotterd en geblet
Maar in de toekomst zal bibike nie meer vloeken
Ik weur en blijf voor altijd een zjanet
Ik zeg eerlijk ik zen gene grote poeper
Maar kapotjes waar de garantie op plakt
Die zen hier zeker den helft goeiekoper
Van af als dat ge ze per kilo pakt
Veel c.d.kes kosten hier drie keren nikske
Want ze liggen hier voor vijf cent op nen hoop
Die van axel peeleman en van de fikskes
En die van bart pieters krijgder bovenop
Ik koop alles bij de liddel en de zieman
Bij de wiebra en dunaldi staan ‘k in ’t krijt
Al m’n centen lenekik bij madam liemans
Ik koop tenslotte enkel kwalliteit
Ik wou eens leren zwemmen maar het water was te koud
Ofwel was het te nat ofwel te zoet ofwel te zout
Maar vanaf als dat ’t zwembad met jenever wier gevuld
Dan wou ik het wel leren en met engelen geduld
Alle begin is moeilijk en talent dat is een gunst
Maar al is het zo verfoeilijk … oefening … baart kunst
Ik wou eens leren drinken maar der was geen drinkersschool
Geen universiteit die dat voorzien was van alkool
Ik moest het zelf leren lijk nen autodidact
Nu is er genen tweede die lijk ikke pinten pakt
Scheten in de lucht ik gaan nie liegen
Scheten in de lucht ik laat ze vliegen
Scheten in de lucht ‘k laat ze de vrije loop
Scheten in de lucht een stuk of zeven
Scheten in de lucht nie overdreven
Scheten in de lucht ze komen uit mijn poep
Scheten in de lucht nu nie verschieten ( van die )
Scheten in de lucht da’s pas genieten ( al die )
Scheten in de lucht
Alleman staat aan te schuiven
V’r d’r eentje op te snuiven
Wij zen wij boeren jongens en wij komen van den buiten
Ons hobby is den helen dag achter de maskes fluiten
Soms doen wij vuil manieren maar dat is maar kattekwaad
Als ge maar regelmatig bij de proost te biechten gaat
Op de boerderijen valt er altijd iet te rapen
Met ons katsjoewe botten aan swanjeren wij de schapen
Een geitje of een kieken of wie weet een ezelin
En is er niks te vinden is er nog het melkmachien
Ik zen kik stapelzot van mega mindie
Mega mindie die blonde superstoot
Ik ken maar ene god da’s mega mindie
Mega mindie dat mokke knip ik ooit
Ik wil geen mieke foenkel of geen free soefriejo
Want ik zen heure noenkel noenkel fritsel apropos
Ik krijg al natte dromen een soort van witverlies
Ik laat mijn sappen stromen ’s morgens voor den tellevies
Den ene die trekt naar de zee de andere naar d’ardennen
Om lang te lauphen in de sneeuw of om de stress t’ontwennen
Den ene met ne caravan den andere met de vlieger
Daar denkekik het mijne van ik leg de lat wat lager
Met de hond en de kat trekken wij uit ’t stad
Naar het rot achter ’t sint anneke
En in ons bloot gat op het hazenpad
Spelen wij daar dan tarzanneke
IK WAS MAAR JUST BEGONNEN
EN IK WIER AL MISKENT
IK HAD EEN JOB GEVONNEN
’T WAS IN NE ONE MAN BAND
MAAR IK SPEELDE BIJKANS
ALLEEN VOOR ROZE OLIFANTEN
NE ZANGER ZONDER FANS
IS LIJK EEN HOER ZONDER KALANTEN
GEEN MENS VAN MIJN FAMILLE
IS OOIT AL KOMEN ZIEN
NIE DAKKIK DAT ZOU WILLEN
MAAR ’T IS TOCH EEN BEGIN
HET HEEFT TOCH WEINIG GLANS
ZO LEEG AAN ALLE KANTEN
NE ZANGER ZONDER FANS
IS LIJK EEN HOER ZONDER KALANTEN
ELKE ZATERDAG ALS HET EFKES MAG
DAN GAAN WIJ OP DE LAPPEN
GOED AAN DE ZWIER EN MASSAS BIER
ONS KELEN BINNENKAPPEN
WIJ GAAN D’R VOOR EN WIJ GAAN DOOR
WIJ ZIJN NIE TEGEN T’HOUDEN
NEN ECHTE VENT DIEN IS PRESENT
MET PINTEN IN ZIJN KLAUWEN
WIJ LATEN ONS HIER GELDEN
ALS MANNEN ONDEREEN
ZO’N VRIENDSCHAP ZIEDE ZELDEN
WIJ DRINKEN NOOIT ALLEEN
VOOR ALTIJD ECHTE VRIENDEN
ONS KRIJGDE NOOIT UITEEN
HET BIER DAT BLIJFT ONS BINDEN
WIJ DRINKEN NOOIT ALLEEN