MOESTANAVANA OF MOESTAFANAMA
MOESTAFANAMEEKE OF MOESTANA VAN A
ASKIK IET WIL VERTELLEN
ZEE ZIJ WIE DRAAGT DE BROEK
ZEKKIK IK DOEN DEN AFWAS
ZEE ZIJ DOETEM MORGEN OOK
LEETANA AAN HAAR MOEDER
OF LEETANA AAN HEUR
ALS ZIJ MIJ ZO VERNEDERD
DAN VRAAG IK TUSSENDOOR
IK ZEN EEN ONDERDEURKE
IK ZEN PANTOFFELHELD
ALS IK NIE ATIJD KLAAR STAAN
GEBRUIKT ZIJ GROF GEWELD
EN ALS HEUR MOEDER LANGS KOMT
DAN IS’T MIZERE TROEF
DAN KRIJG IK VAN HUN TWEEEN
WAT RAMMEL VAN DE SLOEF
IK WIST HET AL NEN TIJD
DAT GIJ MIJ GING VERLATEN
DEN DOKTER HAD HET MIJ HEEL VOORZICHTIGSKES VERTELD
WANT IK HAD TOT MIJ SPIJT
NOG NIKSKE IN DE GATEN
UW LAATSTE DAGEN WAREN AL STILLEKENS GETELD
WAAROM MOETEN TOCH IN EEN EENZAAM LEVEN
DEGEEN DIE LIEFDE HEBBEN UITGEDEELD
ALTIJD ALS EERSTE WORDEN AFGEGEVEN
DEGEEN WAAR DAT GE’T MEEST VAN AL VAN HIELD
GEFDONS MAAR GLAZEN BOTERHAMMEN
EN BRONSTIGE MADAMMEN
DAN HOORT OF ZIEDONS HEEL DEN DAG NIE MEER
GEFDONS MAAR GLAZEN BOTERHAMMEN
EN BRONSTIGE MADAMMEN
DAN HOORDOF ZIET ONS HEEL DEN DAG NIE MEER
GEFDOOIT IEMAND NE VINGER DAN PAKKEN ZE NEN ARM
NE PROTESTLIEKES ZINGER WORD LATER ZELF GENDARM
GEEN MENS IS OOIT CONTENT EN ZE WILLEN ALTIJD MEER
MAAR WIJ ZEN ECHTE VENTEN WIJ ROEPEN KEER OP KEER
Ne mens of tien vermoorden
Dat gaat gemakkelijk
Maar voor publieklijk smoren
Steken z’uw in den bak
Straks moogt g’ook nie meer drinken
Dus koom ik nu op ’t straat
Het zal d’r flink gaan stinken
Want ik geef kik deze raad
Alleman zat ( 2x ) alleman stiepelzat
Alleman straalbezopen zo zat lijk ne patat
Alleman zat ( 2x ) alleman stiepelzat
De kunst van het bezatten
Word door iedereen onderschat
Mijn dorp is een dorp gelijk er duizend zijn
Met allemaal doorsneemensen in’t groot en in het klein
Maar z’hebben in mijn dorp nen bijnaam allemaal
En daardoor is mijn dorp in feite toch speciaal
Gregorius den drogist da’s goorke mottenbol
En paulus van’t frituur is gekend als puntzak pol
Maria van de sex-shop is voor iedereen hete mie
En louiza de wc-madam dat is wiske pipi
Waar is den tijd gebleven
Waar is den tijd naartoe
Dat alles mocht in’t leven
Al was’t maar af en toe
Och was er maar een tijdmachine
Lijk in de stripverhalen
Dan staptekik er zeker in
Om in den tijd te verdwalen
Ik smoorde van mijn twaalfde maar ik zen moeten stoppen
Met drinken juist hetzelfde ’t is allemaal naar de knoppen
Heel vlaanderen zingt nu stillekesaan de laatste zwanezang
Ik hem toch zo een heimwee naar dieje ouwen belgische frank
Mee m’n duimen achter mijn bretellen
Zennekik zo fier gelijk ne pauw
Willekik aan iedereen vertellen
Antwaarpe ik hou van a
In mijn hemmmeke met zonder mouwen
Met nen dikke nek van ‘k weet nie hoe
Hemmekik een grenzeloos vertrouwen
Antwaarpe i love you
De stad die is veranderd en ik verander mee
‘t is groener op een ander maar dat is maar een idee
Het park op het noord was eerst ook maar nen droom
En wat dan nog te zeggen van ’t museum aan de stroom
Wij zen geboren om te sterven
En ik maak er ’t beste van
‘k laat de pret dus nie bederven
Omdat ’t nu gebeuren kan
‘k zen de vijftig halverwege
Dus het beste is eraf
Maar het rusten daarentegen
Wacht voor mij nie in een graf
Want mijn lieve erfgenamen
Hebben unaniem beslist
Vrouw en kinderen allen samen
Dat den deze en zijn kist
In de oven wordt gedauwen
In de vuurzee wordt gegooid
En nadien door die getrouwen
Op een wei wordt uitgestrooid